Acteren is een vak waar je zelf midden in staat.
Acteren is geven. Acteren vereist lef, doorzettingsvermogen en authenticiteit. Je bent je eigen instrument. Als acteur ga je telkens weer een gevecht aan met jezelf en de materie.
Gelukkig sta je daarin nooit alleen. Acteren is een ensemblekunst. Samen maak en vertel je oude en nieuwe verhalen die er anno nu toe doen. Acteren is ook een ambacht.
Je traint de expressiviteit van je lichaam en je stem intensief. In de spelprojecten maak je kennis met de meest uiteenlopende regisseurs, werkwijzen en speelstijlen. Je werkt veel samen met de opleidingen voor performer en regisseur. Dat inspireert niet alleen, het verrijkt ook jouw theaterhorizon. Acteren voor de camera is ook een onderdeel van je opleiding, net als aandacht voor muzikale ontwikkeling. Iedere student krijgt zangles. Wil je daarnaast zelf muziek spelen en/of leren componeren, dan kun je een extra programma volgen.
In de theorielessen maak je kennis met de theatertraditie en ons cultureel verleden. Daarbij sla je altijd de brug naar het heden. Wat betekent acteren nu? Je denkt kritisch na over ontwikkelingen in het theater- en filmlandschap en daarbuiten. Je leert je eigen plaats te bepalen en te benoemen.
Samen met jouw studiebegeleider/mentor stippel je een eigen studieroute uit. Je loopt verschillende stages en speelt voorstellingen in Nederland en daarbuiten. Docenten van de Toneelacademie en alle gastdocenten staan met minstens één been in de (inter)nationale theaterpraktijk. Ze inspireren en gidsen jou op de wegen die jij wilt inslaan.
Enkele voorbeelden van producties van studenten: