Deze eenjarige opleiding bestaat uit twee fases: de hoofdfase en de afstudeerfase. In deze praktijkgerichte opleiding werk je aan een breed en intensief scala van stages en projecten.
In de hoofdfase leg je de basis van de theorie en de praktijk. Een gedegen theoretische ondergrond is onderdeel van de opleiding, maar de toepasbaarheid staat centraal en de lesstof wordt meteen geïntegreerd en toegepast in diverse stage-situaties.
In de afstudeerfase richt je je meer op je individuele profiel. In samenspraak met je studiebegeleider stel je zelf de inhoud van je afstudeerprogramma samen. Tijdens deze fase ontwikkel je diverse theaterprojecten die je zelfstandig uitvoert en werk je aan verdieping en specialisatie.
De opleiding bestaat uit volgende vakken en projecten:
• Didactiek van het spel: aantrekkelijke lesopdrachten vormgeven, lesopbouw, spelvormen, je ambacht als acteur/regisseur of performerleren gebruiken in lessituaties
• Theorie: ontwikkelingspsychologie, onderwijskundige begrippen en modellen, leerstijlen en leertheorie
• Onderwijsstage
• Intervisie: jouw kunstenaarschap en visie als bron voor je lessen
• Regie-stage met niet-professionele spelers
• Regie-training: deze training is een begeleiding bij je regiestage. Je rond dit af met een voorstelling met niet-professionele spelers.
• Kunst- en cultuureducatie
• Een onderzoeksproject: met dit onderdeel specialiseer je je docentschap verder.
